Skip to main content Skip to main nav

9 juni 2020

KIWK: van Nationale analyse naar nationale oplossingen

Eind april verscheen de Nationale analyse waterkwaliteit. De analyse laat zien hoe we er op het gebied van de waterkwaliteit voor staan. Maar ook in hoeverre Nederland met de nu voorziene maatregelen in 2027 de gestelde KRW-doelen gaat halen en waar extra inspanningen nodig zijn. Maar hoe moeten die inspanningen er precies uit gaan zien? De projecten die lopen binnen de Kennisimpuls Waterkwaliteit, dragen bij aan oplossingen. Op 22 juni staat de Nationale analyse op de agenda in de Tweede Kamer, tijdens het Algemeen Overleg Water.

De Nationale analyse waterkwaliteit is een gezamenlijk feitenonderzoek van het Rijk, waterbeheerders, provincies, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten, aldus projectleider Frank van Gaalen. "Het uitgangspunt was dat we met elkaar een beeld van de waterkwaliteit zouden neerzetten dat herkend en erkend wordt door alle betrokken partijen. Op deze manier wilden we voorkomen dat de analyse aanleiding geeft voor discussies over de juistheid van getallen en uitgangspunten. Het moet vooral het startpunt vormen voor de vraag: hoe gaan we verder? Hoewel het nooit zal lukken alle betrokken partijen volledig op één lijn te krijgen, hebben we wel een flinke stap in de goede richting kunnen zetten. We hebben het idee dat de belangrijkste conclusies breed onderschreven worden."

Waterkwaliteit verbetert
Met de huidige en voorgenomen maatregelen van de waterbeheerders, aangevuld met vrijwillige landbouwmaatregelen vanuit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), zal volgens de uitgevoerde modelberekeningen de waterkwaliteit zeker verbeteren, aldus Van Gaalen. Maar we gaan volgens hem niet alle doelen halen. "Het aandeel wateren dat in 2027 voldoet aan de normen voor biologische kwaliteit (uitgedrukt in gewenste soorten en aantallen vissen, waterplanten, algen en macrofauna voor de uiteenlopende watertypen, red.) ligt tussen de 35 en 65 procent." Het realiseren van de doelen is volgens de opstellers van de Nationale analyse ook afhankelijk van andere beleidsdomeinen, zoals de landbouw, industrie en huishoudens. Van Gaalen: "Hierdoor ontbreekt het soms aan gemeenschappelijke doelen. Wij breken in de analyse dan ook een lans voor meer coördinatie, afstemming en integratie van het waterbeleid in ander beleid en voor een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten."

Knelpunt
Een belangrijk knelpunt noemt van Gaalen nutriënten: "Op dat gebied moeten we meer doen, zo blijkt uit de analyse. Vrijwillige maatregelen in het kader van DAW (zie boven) kunnen bijdragen aan het halen van de doelen. Maar dan moeten er meer boeren meedoen." In delen van Nederland, waaronder delen van het Maasstroomgebied, is de opgave zo fors, dat je er daarmee volgens de onderzoekers niet komt: "Daar zijn, om de doelen te kunnen halen, structurele maatregelen in de landbouw nodig. Daarbij moet je denken aan bemesten onder het bemestingsadvies, het op grote schaal toepassen van mestvrije stroken of het verbod op het kweken van bepaalde gewassen in bepaalde gebieden. Hier kunnen beleidstrajecten als de ontwikkeling van kringlooplandbouw en de herbezinning van het mestbeleid de gewenste structurele oplossingen bieden."

Meer inzicht

Ook de biologie - het halen van doelen voor vissen, waterplanten, algen en macrofauna - is zoals gezegd een lastig punt. Van Gaalen: "Dat heeft deels te maken met de nutriëntenbelasting. Maar ook omdat we vaak nog te weinig inzicht hebben in de manier waarop watersystemen functioneren, bijvoorbeeld brakke wateren, welke doelen gesteld kunnen worden en hoe effectief de uiteenlopende maatregelen precies zijn. Dit zijn precies de vragen waar de Kennisimpuls Waterkwaliteit zich op dit ogenblik mee bezig houdt. Dus beide trajecten sluiten heel mooi op elkaar aan." In de Kennisimpuls Waterkwaliteit (KIWK) werken Rijk, provincies, waterschappen, drinkwaterbedrijven en kennisinstituten Deltares, KWR, WUR en RIVM aan meer inzicht in de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater en de factoren die deze kwaliteit beïnvloeden, zoals nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, medicijnresten en nog onbekende chemische stoffen. Met dit inzicht kunnen waterbeheerders en andere partijen de juiste maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren en de biodiversiteit te vergroten.

Goede aansluiting
Peter Schipper van Wageningen Environmental Research is nauw betrokken bij de Kennisimpuls.

Volgens hem sluit die goed aan op de vragen en onzekerheden die uit de Nationale analyse naar voren komen. "Voor de analyse is input gebruikt van alle waterschappen. Daar zit een zekere inconsistentie in, bijvoorbeeld omdat men maatregelen net even anders definieert, of net weer andere modellen gebruikt. Binnen de Kennisimpuls nemen we een belangrijk deel van deze inconsistentie weg. Onder andere door kennisleemten over systeemgedrag, bronnen en emissieroutes in te vullen en door een gemeenschappelijke kennisbasis op te bouwen waarmee eenduidig effecten van maatregelen op de waterkwaliteit ingeschat kunnen worden. Dat levert bij een volgende analyse een scherper beeld op."

Helderheid
Een belangrijk inhoudelijk punt dat uit analyse naar voren komt is dat het nog steeds lastig is om de effecten van maatregelen op bijvoorbeeld de biologie en op de emissies van stoffen naar het water te kunnen kwantificeren en daarbij rekening te houden met gebiedsspecifieke factoren. Dat maakt het moeilijk om kosteneffectieve keuzes te maken, aldus Schipper: "Een groot deel van de KIWK-projecten is erop gericht meer helderheid te scheppen op dit punt. In het project 'Toxiciteit' wordt bijvoorbeeld gewerkt aan meer inzicht in de effecten van toxische stoffen en stoffenmengsels op de biologie van het water. En in het KIWK-project 'Ecologische kwaliteit' worden belangrijke kennisleemten ingevuld over de werking van het ecologische systeem en welke herstelmaatregelen zinvol en effectief zijn. Op dat moment kun je beter sturen op maatregelen."

Kruisbestuiving
Christa Groshart van het ministerie van I&W is voor de Nationale analyse waterkwaliteit en de Kennisimpuls Waterkwaliteit aanspreekpunt namens de gezamenlijke opdrachtgevers. Dat zijn, naast haar eigen ministerie, IPO, de drinkwaterbedrijven, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer STOWA en de gezamenlijke waterschappen. Ze is blij met de resultaten van de Nationale analyse: "Het geeft een scherp, breed gedragen beeld van de huidige stand van zaken, waar we kunnen komen in 2027 en waar de uitdagingen liggen." Er is volgens haar sprake van een mooie kruisbestuiving tussen de Nationale analyse en de Kennisimpuls. "Enerzijds hebben projecten uit de Kennisimpuls al input geleverd aan de Nationale analyse. In het Nutriëntenproject is bijvoorbeeld een inschatting gemaakt van de effectiviteit van de maatregelen uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Deze zijn meegenomen in de analyse. Omgekeerd zijn er uit de analyse kennishiaten naar voren gekomen die nu binnen de KIWK worden opgevuld." Als voorbeeld noemt ze het project Brakke Wateren. "We weten niet goed welke doelen je daar nu aan moet en kunt stellen, omdat deze wateren in Nederland vaak grote schommelingen en pieken laten zien in zoutconcentraties. We weten niet wat het effect daarvan is op het biologische leven. Pas als je dat weet, kun je goede doelen stellen."

Groshart verwacht dat de Kennisimpuls antwoorden gaat opleveren waar water- en terreinbeheerders in de praktijk echt verder mee kunnen. "Ik heb er goede hoop op, want aan alle projecten is een gebruikerscommissie toegevoegd die dat moet waarborgen. Dat noem ik de inhoudelijke winst. Maar ik hoop ook dat we 'organisatorische winst' kunnen boeken. In de Kennisimpuls dagen we kennisinstellingen en adviesbureaus uit om samen te werken en alle in ons land aanwezige expertise te bundelen voor de best mogelijke antwoorden. Ik hoop dat deze winst blijvend is."   

Meer weten?

Voor meer informatie over dit bericht en de Kennisimpuls Waterkwaliteit kunt u contact opnemen met Christie Stuut van KWR, 06 15 60 49 76.

Het rapport Nationale analyse waterkwaliteit  en het naar aanleiding daarvan verschenen addendum kunt u downloaden via deze link. Binnenkort komt een overzicht van de belangrijkste indicatoren vanuit de Nationale analyse waterkwaliteit beschikbaar op www.kiwk.nl.

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 8 juni 2020 in een brief aan de Tweede Kamer gereageeerd op de uitkomsten van de Nationale analyse. > Lees de brief

 

Gerard Doornbos, voorzitter bestuurlijke versnellingstafels Waterkwaliteit: Keuzes maken

De Kennisimpuls Waterkwaliteit en de Nationale analyse waterkwaliteit maken onderdeel uit van de Delta-aanpak Waterkwaliteit. Deze richt zich op het versneld verbeteren van de waterkwaliteit in de breedste zin van het woord. Om de gewenste versnelling aan te brengen zijn er voor de belangrijkste knel- en aandachtspunten bestuurlijke ‘versnellingstafels’ ingesteld, onder voorzitterschap van oud LTO-voorzitter en oud-dijkgraaf Gerard Doornbos.

De uitkomst is duidelijk, vindt Doornbos: "Het gaat de goeie kant op, maar het duurt te lang. We moeten oppassen dat we deze boodschap niet voor kennisgeving aannemen. Vandaar dat ik de bestuurders aan de versnellingstafels heb uitgedaagd op korte termijn aan te geven wat zij zelf op de uiteenlopende terreinen gaan doen: nutriënten, opkomende stoffen medicijnresten en dergelijke. Maar ook wat ze op dit gebied verwachten van anderen. Het wordt echt tijd dat we keuzes gaan maken. De resultaten van de Kennisimpuls kunnen ons daarbij helpen."

Nutriëntenbelasting vormt nog altijd een groot struikelblok bij het halen van de waterkwaliteitsdoelen. Doornbos: "Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer wil boeren op basis van vrijwilligheid stimuleren om maatregelen te nemen en zaken op bedrijfsniveau anders te doen. Je moet zuinig zijn op zo'n instrument, want via de DAW blijven we ook met elkaar in gesprek. De vraag is wel of we het met DAW-maatregelen overal gaan oplossen. Ik denk het niet. Daar moeten we eerlijk over zijn. En dan wordt het tijd met elkaar duidelijke keuzes te maken. Inkrimping van de veestapel is een mogelijkheid. Als dat op vrijwillige, marktconforme basis gebeurt - zoals nu - moet je daar als sector blij mee zijn."