Skip to main content Skip to main nav

15 juni 2020

Meerjarig onderzoek klimaatadaptieve inrichting hoge zandgronden

Het is droog in Nederland en de regen die valt, komt steeds vaker in de vorm van piekbuien. De hooggelegen zandgronden zijn niet ingericht op deze effecten van klimaatverandering. De komende vier jaar onderzoekt een consortium van 24 partijen waaronder STOWA hoe het water- en bodemsysteem op de zandgronden in Nederland klimaatadaptief kan worden ingericht voor onder andere landbouw en natuur. De naam van het project: Klimaatadaptatie in de Praktijk, kortweg KLIMAP.

Hooggelegen zandgronden zijn in grote mate afhankelijk van regenwater. Met toenemende klimaatverandering is het belangrijk dat deze gebieden water vasthouden bij droogte en voldoende snel kunnen afvoeren om wateroverlast te voorkomen. De laatste jaren is gebleken dat de watersystemen van de zandgronden daar onvoldoende op zijn ingericht. Aan de hand van zogenoemde ontwikkelpaden wil het project KLIMAP onderzoeken hoe de transitie naar een klimaat adaptieve inrichting, beheer en gebruik eruit kan gaan zien. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de eigenaren, beheerders en gebruikers van de grond.

Proeftuinen
In proeftuinen worden technische, economische en sociale gegevens verzameld om inzicht te krijgen in de effectiviteit van maatregelen, verdienmodellen en gebiedsprocessen. Op basis van deze kennis worden hulpmiddelen ontwikkeld zoals werkprocessen, modellen, toekomstverkenningen en beleidsondersteunende systemen. Deze kennis en hulpmiddelen moeten bijdragen aan het definiëren van ontwikkelpaden, waarin is uitgewerkt hoe een klimaatbestendige inrichting van het bodem- en watersysteem voor duurzaam economisch en maatschappelijk gebruik in stroomgebieden eruit kan zien én gerealiseerd kan worden.

Transitie
KLIMAP kijkt niet alleen naar het eindproduct, maar ook naar de stappen die nodig zijn in de transitie daarnaartoe.

Daarbij is informatie over de effectiviteit en haalbaarheid van de onderzochte maatregelen van belang, evenals de vraag hoe dit er regionaal uit zal gaan zien voor de zandgronden in Nederland. "Een maatregel zal altijd een combinatie zijn van bijvoorbeeld een verdienmodel, maatschappelijke acceptatie en voordelen voor waterkwaliteit-, -berging en -afvoer” aldus Myrjam de Graaf, projectleider namens Wageningen Environmental Research. “Dat we met zoveel partijen gaan samenwerken is uniek. Met de kennis en hulpmiddelen die we in dit project gaan ontwikkelen, verwachten we dat alle partijen de juiste bagage in huis krijgen voor de verdere uitvoering van deze transitie. Daarmee kunnen zij invulling geven aan wat voor hun specifieke regio nodig is voor een klimaatadaptieve inrichting.”

Het project wordt mede gefinancierd door de topsectoren Agri & Food en Water & Maritiem. De volgende partners zijn betrokken in de financiering en uitvoering van het samenwerkingsproject KLIMAP: Waterschap Aa en Maas, Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap De Dommel, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Limburg, Waterschap Vechtstromen, Waterschap Rijn en IJssel, Provincie Noord-Brabant, Provincie Gelderland, Provincie Limburg, STOWA, LLTB, KWR Water Research Institute, Deltares, Wageningen Environmental Research, Wageningen Lifestock Research, Wageningen Universiteit, Radboud Universiteit, Louis Bolk instituut, Van den Borne Aardappelen, KnowH2O, Kuipers Electronic Engineering, Barth Drainage.