Skip to main content Skip to main nav

8 oktober 2023

Meetprogramma DEBIT-2030: antwoorden op belangrijke vragen rond decentrale sanitatie

Veel woningen, boerderijen en bedrijven in het buitengebied zijn via zogenoemde drukriolering aangesloten op het riool. Maar de capaciteit ervan staat onder druk. Bovendien zijn veel drukrioleringsvoorzieningen aan het einde van hun levensduur. Grote vraag: kan decentrale sanitatie een oplossing bieden? En hoe effectief zijn decentrale systemen eigenlijk? Het meetprogramma ‘DEcentrale Behandeling, Inzameling en Transport van afvalwater in 2030’ (DEBIT-2030) moet duidelijkheid geven.

De waterketen in het buitengebied staat anno 2023 volop in de belangstelling. Het aanwezige (druk)riool is namelijk lang niet altijd meer in staat de toenemende hoeveelheden afvalwater van steeds meer zorgboerderijen, kleine campings en gastenverblijven te verwerken. Zijn decentrale systemen de oplossing? Maar in gebieden met grotere aantallen van deze systemen, maken waterschappen zich zorgen of zij hier de KRW-doelen wel kunnen halen. Een vervelende spagaat. Daarbij komt dat er de komende jaren grote investeringen in de waterketen in het buitengebied nodig zijn; delen van zowel de centrale als decentrale infrastructuur zijn technisch afgeschreven. Denk aan gemaaltjes, pompen (centraal) en IBA-systemen (Individuele Behandeling Afvalwater, decentraal). Dit vergt van gemeenten en waterschappen een herbezinning op de inrichting van de waterketen in het buitengebied, met soms grote (financiële) gevolgen voor het lokale bestuur.

Inmiddels zijn de nodige studies uitgevoerd die waardevolle informatie hebben opgeleverd over de kosten en de werking van zowel het drukriool als de kleine IBA-systemen. Maar er is ook een nieuwe maatschappelijke context waarin thema’s als klimaat, energie, circulariteit en verdroging een grote rol spelen. Ook heeft de tijd in technologisch opzicht niet stilgestaan. Decentrale systemen lijken door een betere sturing en verbeterde technieken veel stabieler te kunnen functioneren en bij te kunnen dragen aan duurzaamheidsdoelen. Op meerdere plaatsen in Nederland wordt nu met dit soort nieuwe systemen ervaring opgedaan. Denk aan helofyten- en wilgenfilters, compacte minizuiveringen, maar ook meer geavanceerde  decentrale systemen zoals installaties om lokaal energie en grondstoffen te winnen.

Maar wat kunnen deze systemen nu echt bijdragen? Hoe duurzaam zijn ze? En is het zuiveringsresultaat nu echt zo goed of zo slecht als wel eens wordt beweerd? Hoe betrouwbaar en hoe kwetsbaar zijn ze? Om daar achter te komen zijn STOWa en RIONED het meetprogramma gestart ‘DEcentrale Behandeling, Inzameling en Transport van afvalwater in 2030’.

In de laatste STOWA ter Info lees je een uitgebreid achtergrondartikel over dit meetprogramma.