Skip to main content Skip to main nav

12 december 2019

Schimmel en bladvlo vs. Japanse Duizendknoop?

Op steeds meer plekken in Nederland duiken Aziatische Duizendknopen op, vooral de Japanse Duizendknoop. Het is een zeer invasieve exoot die veel ecologische en materiële schade kan veroorzaken. Grote vraag: hoe houden we deze 'plaag' beheersbaar? Onlangs ging een onderzoek van start naar de effectiviteit van biologische bestrijding met een bladvlo (foto) en een schimmel. Het introduceren van zulke natuurlijke vijanden tegen een onkruid zou een primeur betekenen voor Nederland. Ook STOWA en enkele waterschappen zijn bij dit onderzoek betrokken.

Aziatische duizendknoop (Japanse, Sachalinse en Bastaardduizendknoop) is een plantensoort die afkomstig is uit Azië. Tussen 1829 en 1841 werd de soort in Nederland ingevoerd als tuinplant. Duizendknoop heeft in ons land geen natuurlijke vijanden en verspreidt zich makkelijk en snel. De plant overwoekert en verdringt andere soorten. Hij kan langs verkeerswegen het zicht ontnemen, maar ook nadelige invloed hebben op het voorkomen van inheemse plantensoorten. De plant kan door de enorme groeikracht van de wortelstokken flinke economische schade veroorzaken aan bijvoorbeeld verhardingen, rioleringen en funderingen. Op dijken en kaden verdrijft de plant andere vegetatie en tast het de erosiebestendigheid aan. Vandaar dat ook waterschappen meedoen met dit onderzoek. Verwijdering moet heel zorgvuldig gebeuren en is dus kostbaar, omdat de kleinste achterblijvende wortelresten weer kunnen uitgroeien tot een nieuwe plant.

Onderzoek biologische bestrijding 
Er zijn veel methoden beschikbaar om Aziatische duizendknoop te beheersen of bestrijden. Maar dé methode is nog niet gevonden. Vandaar dat wordt onderzocht of biologische bestrijding een effectieve methode kan zijn, als aanvulling op andere methoden. Biologische bestrijding maakt gebruik van een natuurlijke vijand (vaak een insect, bacterie of schimmel) uit het oorspronkelijke gebied van de plaag. Buiten Europa wordt dit al meer dan een eeuw succesvol toegepast, maar in Europa is deze methode nog nieuw en in Nederland wordt hij nog niet gebruikt. In het Verenigd Koninkrijk is al uitgebreid onderzoek gedaan naar mogelijke biologische bestrijders van Japanse duizendknoop die in Europa toe te passen zijn. Dat werd uitgevoerd door CABI, een onafhankelijk instituut dat gespecialiseerd is in onderzoek naar biologische bestrijding. Twee daarvan zijn kansrijk én veilig voor onze inheemse biodiversiteit. Het gaat om de bladvlo Aphalara itadori (foto) en de schimmel Mycosphaerella polygoni- cuspidati. Het Nederlandse onderzoek richt zich op de mogelijke toepassing en effectiviteit van deze bestrijders in ons land.
 
Schimmel & bladvlo
De schimmel lijkt in het laboratorium een effectieve bestrijder die het bladweefsel laat afsterven, maar er moeten nog studies in kassen en daarna veldstudies worden uitgevoerd om de effectiviteit ook onder natuurlijke omstandigheden te testen. Dat gaat in dit onderzoek gebeuren. Omdat de schimmel zich niet kan voortplanten, zal het net als een chemisch bestrijdingsmiddel bij herhaling moeten worden toegepast. De verwachte effectiviteit kan vergelijkbaar zijn met die van chemisch bestrijdingsmiddelen.

Wat betreft de bladvlo: die kan in het laboratorium al bij lage dichtheid gepotte Japanse duizendknopen in de groei remmen. Bij een hoge dichtheid kan het jonge planten zelfs doen stoppen met groeien en doden. In Engeland zijn zowel in het laboratorium als in het veld risicoanalyses uitgevoerd, waaruit blijkt dat er geen risico’s zijn voor niet-waardplanten of voor andere insecten. Het is nog onduidelijk hoeveel schade de bladvlo in het Nederlandse klimaat kan toebrengen aan duizendknoop. Daarom willen de onderzoekers graag een veldexperiment uitvoeren waaruit moet blijken of de bladvlo ook buiten het lab voldoende effectief is.

Strenge regels 
Tot slot: het uitzetten van natuurlijke vijanden voor biologische bestrijding kan onomkeerbaar zijn. Daarom zijn de risicoanalyses en toelatingsprocedures voor (proeven met) biologische bestrijding bijzonder streng. Alleen indien de autoriteiten de methode veilig vinden, gaat men akkoord de toepassing hiervan. Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) heeft toestemming verleend voor het onderzoek met de schimmel. De aanvraag voor de ontheffing voor het onderzoek naar de bladvlo is vandaag ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Uitsluitsel hierover wordt normaal gesproken na 13 weken gegeven.
 
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van CABI, Universiteit Leiden, Koppert en Probos in samenwerking met financierende partijen. STOWA coördineert het traject in opdracht van vele probleemhouders.
 
Het onderzoek wordt gefinancierd door: Rijkswaterstaat, Prorail, de gemeenten Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn en Den Haag, Hoogheemraadschappen van Delfland, De Stichtse Rijnlanden, Schieland Krimpenerwaard en van Rijnland, Waternet en Waterschappen Aa en Maas, Hunze en Aa’s, Brabantse Delta, De Dommel, Drents Overijsselse Delta, Limburg, Rijn en IJssel, Rivierenland, Vallei en Veluwe, Vechtstromen, Zuiderzeeland, en Wetterskip Fryslân. 
 
Meer informatie over dit project vindt u op https://tinyurl.com/biobestrijdingduizendknoop. Meer informatie over duizendknoop, de verschillende bestrijdingsmethoden én adviezen over bestrijding (via een eenvoudige beslisboom) vindt u op www.bestrijdingduizendknoop.nl.