Omgaan met natschade als gevolg van de bestrijding van droogte en verdroging. Omgang met natschade door de jaren heen en de huidige juridische context
Het zoveel mogelijk voorkomen van waterschaarste is een belangrijke opgave voor de waterbeheerders. Door het nemen van droogtemaatregelen kan wateroverlast en ook natschade ontstaan. Hoe ga je daar juridisch mee om? Voor de meest voor de hand liggende maatregelen zijn in een onderzoek de beschikbare instrumenten van waterschap, gemeente en provincie op een rij gezet. De resultaten ervan leest u in dit rapport. Daarnaast bevat het rapport een stappenplan om deze instrumenten in te zetten.
Publicatienummer |
2025-17 |
Thema |
Klimaatadaptatie, Zoetwatertekort & droogte |
Datum |
|
In Nederland neemt de problematiek rondom watertekort en droogte gestaag toe. De frequentie van periodes waarin geen neerslag valt wordt groter, alsmede de grootte van het neerslagtekort (STOWA 2025). Lag in het verleden de focus op het tegengaan van wateroverlast, tegenwoordig is de aandacht voor droogte zeker zo belangrijk. We worden er immers allen – waterbeheerder, natuurbeheerder, agrariër, bedrijven en burger – mee geconfronteerd. Waterbeheerders hebben behoefte aan inzicht in de instrumenten die ingezet kunnen worden voor de bestrijding van zowel droogte als verdroging.
In dit rapport zijn de instrumenten op een rij gezet, voor zowel het waterdomein, de ruimtelijke ordening (RO) als voor het natuurbeheer. Het gaat hierbij om instrumenten voor maatregelen zoals peilverhoging, verminderen drainage, aanleg van infiltratievoorzieningen en beperking van grondwateronttrekkingen. Naast de typische waterinstrumenten zijn ook de mogelijkheden vanuit de RO in beeld gebracht. Zo kunnen provincies en gemeenten sturen op het gebruik van teelten. En voor de bescherming van Natura-2000 gebieden en andere natuurgebieden kunnen bijvoorbeeld bufferzones worden aangewezen. Voor alle overheden is in beeld gebracht welke instrumenten inzetbaar zijn. Vervolgens is inzichtelijk gemaakt hoe met eventuele natschade die als gevolg van droogtemaatregelen ontstaat, moet of kan worden omgegaan.
Een belangrijke conclusie is dat waterschappen niet zonder beleidsmatige rugdekking van andere overheden kunnen. Hoe beter de plannen op het niveau van Rijk, provincie, waterschap en gemeente zijn afgestemd, hoe beter de overheden staan om de nadelige gevolgen van droogte aan te pakken. Te nemen maatregelen moeten voor iedereen kenbaar en voorzienbaar zijn. Daarbij hameren de auteurs van dit rapport op een redelijke transitietermijn, zodat voorzienbare natschade zoveel mogelijk voorkomen kan worden.
Om concreet werk te maken van de beleidsmatige en juridische inzichten, is een stappenplan voor de waterschappen ontwikkeld. Dit stappenplan leidt de waterbeheerders door vragen die beantwoord moeten worden om op zorgvuldige wijze een besluit of maatregel te nemen en de implementatie hiervan zorgvuldig te laten plaatsvinden. Het stappenplan voorziet erin dat belanghebbenden worden meegenomen in het proces. Dat geeft hun gelegenheid zich aan te passen aan de voorziene maatregel. Klimaatadaptatie is immers niet enkel een zaak van overheden, ook van bedrijven en burgers mag adaptatie worden verwacht. Aanpassen reduceert de kans op natschade aanzienlijk en ook dat is voor het waterschap en de andere overheden erg belangrijk. Het doorlopen van het stappenplan helpt de juridische risico’s zoveel mogelijk te beperken.
Dit onderzoek maakt deel uit van het STOWA kennisprogramma DROOGTE!.