Skip to main content Skip to main nav

Effecten van lozingen uit bodemenergiesystemen

Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek dat STOWA heeft laten doen naar het effect van lozingen van zogenoemde bodemenergiesystemen op het oppervlaktewater. Met name is gekeken naar mogelijke veranderingen van chloridegehalten van het oppervlaktewater als gevolg van dergelijke lozingen. Het rapport bevat methode om de grootte van de effecten van een grondwaterlozing op oppervlaktewater te bepalen.

Om energie te besparen en klimaatdoelstellingen te halen, wordt steeds meer gebruik gemaakt van zogenoemde bodemenergie-systemen. Deze maken gebruik van warmte- en koudeopslag in, en onttrekking ervan uit de bodem. Bij de aanleg en het beheer van deze bodemenergiesystemen komt grondwater vrij dat moet worden afgevoerd. In veel gevallen wordt dit water nu geloosd op het oppervlaktewater. Totnogtoe is er, voorzover bekend, geen onderzoek gedaan naar het effect van lozen van dit grondwater op het oppervlaktewatersysteem.

De grootte van het effect wordt vooral bepaald door de hoeveelheid geloosd grond- water, de chlorideconcentratie van het geloosde grondwater en de karakteristieken van het oppervlaktewater, blijkt uit het onderzoek. Er kan geconcludeerd worden dat bij het lozen van zoet grondwater op zoet oppervlaktewater slechts kleine veranderingen optreden. Hetzelfde geldt voor het lozen van zout grondwater op zout oppervlaktewater. Wanneer echter zout grondwater geloosd wordt op zoet oppervlaktewater kunnen grotere veranderingen optreden.

De consequenties van deze veranderingen worden vooral bepaald door de voor het oppervlaktewater geldende doelstellingen/ ambities. Met de in het rapport gepresenteerde methode kan voor iedere locatie de verandering als gevolg van een lozing berekend worden. Deze berekende verandering kan getoetst worden aan de van kracht zijnde regelgeving of doelstellingen. Hiermee kan bepaald worden of de veranderingen na een lozing (on)gewenst zijn.