Skip to main content Skip to main nav

Gruisontwatering

In het project 'Verkenning Gruisontwatering' is onderzoek gedaan naar het optimaliseren van de mechanische slibontwatering door het toevoegen van niet-samendrukbare deeltjes (zoals kolengruis). Dit rapport bevat de resultaten van dit onderzoek.

Energie- en kostenbesparing zijn belangrijke uitdagingen voor de Nederlandse waterschappen. Op het gebied van rioolwaterzuivering speelt hierbij met name de slibverwerking een belangrijke rol. Om slib energetisch en kosteneffectief te verwerken, wordt het voor de thermische eindverwerking eerst mechanisch ontwaterd.

Om zo veel mogelijk water mechanisch te verwijderen is de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de toepassing van gruisonwatering. Hierbij kunnen door het toevoegen aan slib van niet-samendrukbare deeltjes, significant hogere droge-stofgehaltes bereikt worden. Door de toevoeging aan het slib van kolengruis worden op de rwzi Bottrop in Duitsland bijvoorbeeld droge-stofgehaltes van 48 procent behaald. Deze ervaringen waren mede de aanleiding om de mogelijkheden van gruisontwatering in Nederland te verkennen.

Binnen het onderzoek ‘Verkenning Gruisontwatering’, is labonderzoek, pilotschaal onderzoek en en praktijkonderzoek gedaan. Hierbij is met het slib van slibontwatering Garmerwolde van waterschap Noorderzijlvest op het lab van de Rijkuniversiteit Groningen aangetoond dat 40 procent droge stof haalbaar is. Verder is op praktijkschaal aangetoond dat met bandfilterpersen, centrifuges en kamerfilterpersen 33 procent meer water uit de slibkoek verwijderd kan worden door toepassing van gruisontwatering.

Op basis van de resultaten van dit onderzoek, heeft in 2017 een aanbesteding plaatsgevonden voor de eindverwerking van zuiveringsslib waarbij ook de mogelijkheid van gruisontwatering in combinatie met kamerfilterpersen werd meegenomen. Het ging hierbij om een relatief beperkte hoeveelheid slib (12.000 ton droge stof per jaar) met een korte contractduur (3 jaar).

Bij deze aanbesteding van de eindverwerking van de slibkoek bleek de toepassing van gruisontwatering duurder uit te vallen. Het waterverdampingsvoordeel - gedefinieerd als de reductie van het fossiel aardgas verbruik - bleek kostentechnisch niet op te wegen tegen de extra transport- en verwerkingskosten die het gruis in het gedroogde eindproduct, met zich meebracht. De CO2-reductie en de extra energie-inhoud van het eindproduct kon in de huidige markt (nog) niet verzilverd worden.

Echter: indien de vraag naar groene brandstoffen in de toekomst toeneemt, biedt gruisontwatering mogelijkheden om Nederlandse slibketens energetisch verder te verbeteren.