n Nederland neemt de problematiek rondom droogte gestaag toe, met frequentere en intensievere periodes van droge en hete zomers. Waterbeheerders zoeken naar oplossingen om in droge periodes voldoende zoetwater beschikbaar te hebben. Door middel van water vasthouden en het actief aanvullen van grondwater ('infiltreren') kunnen grondwaterstanden op peil worden gehouden. 

Aanleiding voor deze studie is dat er bij verschillende partijen veel onduidelijkheid en onzekerheid bestaat over de waterkwaliteitseisen die gesteld moeten worden en aan welke wet- en regelgeving voldaan moet worden. Deze studie geeft hierop antwoord. In de studie wordt een breed overzicht van maatregelen gegeven voor infiltratie en grondwateraanvulling in verschillende watersystemen en voor verschillende doeleinden. Maatregelen variëren van wadi tot duininfiltratie, en van diepte-infiltratie van hemelwater tot oppervlakkige infiltratie van oppervlaktewater. 

Met behulp van één grote overzichtstabel wordt per maatregel – die genomen kan worden om water in de grond te brengen – een beoordeling gegeven van de beheersbaarheid van die maatregel en de risico's voor het ontvangende systeem waaronder de grondwaterkwaliteit. Ook wordt inzicht gegeven in de juridische zaken die van toepassing zijn. Hierbij wordt gekeken naar het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en de relevante decentrale wetgeving. Hierbij gaat het om regelgeving opgenomen in de provinciale omgevingsverordening, waterschapsverordening en gemeentelijk omgevingsplan. 

Dit alles is samengevat in een aantal te doorlopen schema's die samen het praktische raamwerk vormen van hoe te infiltreren en aan te vullen met oog voor de waterkwaliteit. 

Goed om te weten: de vier schema's en de maatregelentabel zijn hieronder ook apart te downloaden. 

Dit onderzoek maakt deel uit van het STOWA kennisprogramma DROOGTE!.