Skip to main content Skip to main nav

Verkenning voorbehandeling surplusslib met Focused Pulse

Dit rapport beschrijft de werking van de Focused Pulse technologie voor slibbehandeling, en laat zien welke ervaringen hiermee zijn opgedaan op pilotschaal of in praktijkinstallaties. Tevens wordt ingegaan op de toepasbaarheid van deze technologie voor de Nederlandse situatie.

Door slib voor te behandelen voordat het de slibgisting ingaat (slibdesintegratie), kan er bij de slibvergisting meer biogas worden gewonnen. Er zijn verschillende voorbehandelingstechnieken op de markt, waarvan Thermische Druk Hydrolyse (TDH) de bekendste is. TDH wordt al op enkele rwzi’s toegepast. Naast TDH bestaan er andere voorbehandelingstechnieken. Een hiervan is de Focused Pulse Technology. Deze techniek maakt gebruik maakt van elektrische energie om celwanden en celmembranen te breken.

De gerapporteerde uitkomsten over Focused Pulse in literatuur laten geen eenduidig beeld zien. Sommige uitkomsten lijken onrealistisch en leiden tot twijfel over de betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens. Hierdoor kon in het onderzoek op basis van de geïnventariseerde data niet worden vastgesteld of er sprake is van een significant hogere organische-stofafbraak dan normaal. In het beste geval is deze afbraak min of meer vergelijkbaar met die gerealiseerd via Thermische Druk Hydrolyse.

Uit een vergelijking kan op economische gronden vastgesteld worden dat met de huidige prestaties Focused Pulse (nog) niet kan wedijveren met Thermische Druk Hydrolyse. Kritisch element voor de Focused Pulse technologie is de prestatie van de behandelkamer en de frequente vervanging die noodzakelijk is. Dit leidt tot significant hoge jaarlijkse kosten. Er is zelfs sprake van een negatief resultaat, waar het gaat om het realiseren van een besparing in de verwerking van zuiveringsslib om de investeringen mee terug te verdienen. De leverancier is nu aan zet om een haalbare businesscase te creëren. Met name door de behandelkamer dermate te verbeteren, dat de kosten voor onderhoud flink dalen. Pas dan wordt het interessant om een vervolgonderzoek te overwegen, aldus de opstellers van dit rapport.