Skip to main content Skip to main nav

Waterwijzer Landbouw fase 2. Modellering van het bodem-water-plantsysteem met het gekoppelde instrumentarium SWAP-WOFOST

Dit rapport bevat de resultaten van de tweede fase van de Waterzijzer Landbouw. In dit project ontwikkelen een groot aantal partijen een uniform, breed gedragen en praktische methode voor het bepalen van klimaatbestendige relaties tussen waterhuishoudkundige condities en (veranderingen daarin) en gewasopbrengsten, dit ter vervanging van deze methoden.

Voor het bepalen van de effecten van de ingrepen in de waterhuishouding en klimaatverandering op landbouwopbrengsten zijn in Nederland al geruime tijd drie methodes in gebruik: de HELP- tabellen, de TCGB-tabellen en AGRICOM. In bijna elke berekening wordt gebruik gemaakt van een van deze methodes.

De landbouw, waterbeheerders en waterleidingbedrijven dringen al langere tijd aan op een herziening van deze methodes. Onder meer omdat ze gebaseerd zijn op verouderde meteorologische gegevens en omdat ze niet klimaatrobuust zijn.

Daarnaast geven de methoden alleen langjarige gemiddelde schades. Een ander belangrijk punt is dat in geen van de methodes zoutschade wordt meegenomen. Met een droger klimaat gaat zout en het sturen met water op zout, een steeds belangrijkere rol spelen in het waterbeheer.

Dit vormde de aanleiding voor het project Waterwijzer Landbouw. Hierin ontwikkelen een groot aantal partijen een uniform, breed gedragen en praktische methode voor het bepalen van klimaatbestendige relaties tussen waterhuishoudkundige condities en (veranderingen daarin) en gewasopbrengsten, dit ter vervanging van deze methoden. Op deze wijze krijgen waterbeheerders, maar ook agrariërs een veel nauwkeurigere inschatting van het effect van waterhuishoudkundige maatregelen op landbouwkundige opbrengsten, in termen van droogteschade, natschade en zoutschade.

De Waterwijzer Landbouw wordt in een aantal fasen gerealiseerd. In de eerste fase, die inmiddels is afgerond, zijn in het bestaande hydrologische model SWAP conceptuele verbeteringen doorgevoerd. De resultaten van deze fase zijn vastgelegd in het STOWA-rapport ‘Actualisatie schadefuncties landbouw: fase 1’ (2013-22). Hierna zijn in een tussenstap, de uitkomsten van dit vernieuwde modelinstrumentarium getoetst op plausibiliteit: doet het instrument wat je er van verwacht? De resultaten van deze toets zijn vervat in het STOWA-rapport ‘Actualisatie schadefuncties voor de landbouw. Tussenfase 2a: plausibiliteitstoets SWAP en enkele verkennende berekeningen’ (2013-37).

De tweede fase bestond uit de bouw van een bruikbaar instrumentarium. Het betrof de koppeling van het hydrologische model SWAP met het gewasgroeimodel WOFOST tot een operationeel en getoetst simulatiemodel voor gras, mais en aardappelen (SWAP-WOFOST). Later volgen meer gewassen. Met het instrumentarium kunnen voor deze gewassen nu direct opbrengstreducties berekend worden als gevolg van vernatting, droogte en zout. Daarmee is een belangrijke vervolgstap gezet. Er is in deze fase ook gekeken naar de mogelijkheden om via remote-sensing informatie te verkrijgen om schadeberekeningen te verbeteren. Dit rapport vormt de weerslag van deze fase.

In de derde fase, die juni 2015 van start is gegaan, zal een volgende koppeling worden gerealiseerd – tussen SWAP-WOFOST met BBPR (BedrijfsBegrotingsProgramma Rundvee - om ook de indirecte schade en bedrijfsvoering mee te kunnen nemen bij de schadeberekeningen. Begin 2016 zullen hiervan de resultaten beschikbaar zijn.

In 2017 moet er voor de akkerbouw en veehouderij uiteindelijk een klimaatbestendig en geactualiseerd instrument gereed zijn om te sturen op waterstromen en opbrengsten, rekening houdend met droogte-, nat- en zoutschade. Dit instrument is onmisbaar bij het doorrekenen van o.a. de effecten van peilbesluiten en inrichtingsplannen.