Skip to main content Skip to main nav

Waterwijzer Landbouw fase 3. Naar een operationeel systeem voor gras en maïs

In het project Waterwijzer Landbouw ontwikkelen een groot aantal partijen een uniform, breed gedragen en praktische methode voor het bepalen van klimaatbestendige relaties tussen waterhuishoudkundige condities, de veranderingen daarin en gewasopbrengsten. In fase 3 van dit project, vastgelegd in dit rapport, is een volgende koppeling gerealiseerd tussen SWAP-WOFOST met BBPR (BedrijfsBegrotingsProgramma Rundvee). Hiermee is het mogelijk geworden ook de indirecte schade als gevolg van de bedrijfsvoering mee te kunnen nemen bij de schadeberekeningen. Hiermee is het mogelijk om directe en indirecte schade voor droogte, nat en zout als gevolg van klimaatverandering of veranderend waterbeheer apart te berekenen.

Voor het bepalen van de effecten van de ingrepen in de waterhuishouding op landbouwopbrengsten zijn in Nederland al geruime tijd drie methodes in gebruik: de HELP-tabellen, de TCGB-tabellen en AGRICOM. In bijna elke berekening van die effecten wordt gebruik gemaakt van een van deze methodes. De landbouw, waterbeheerders en waterleidingbedrijven dringen al langere tijd aan op een herziening van deze methodes, onder meer omdat ze gebaseerd zijn op verouderde meteorologische gegevens en ze niet klimaatrobuust zijn. Bovendien wordt in de huidige methoden zout niet meegenomen. Met een droger klimaat gaat zout en het sturen met water op het zoutgehalte, een steeds belangrijkere rol spelen in het waterbeheer.

Dit vormde in 2012 de aanleiding voor het project Waterwijzer Landbouw. Hierin ontwikkelen een groot aantal partijen een uniform, breed gedragen en praktische methode voor het bepalen van klimaatbestendige relaties tussen waterhuishoudkundige condities, de veranderingen daarin en gewasopbrengsten. Op deze wijze krijgen waterbeheerders, maar ook agrariërs, een veel nauwkeurigere inschatting van het effect van waterhuishoudkundige maatregelen op landbouwkundige opbrengsten, in termen van droogteschade, natschade en zoutschade.

De Waterwijzer Landbouw wordt in een aantal fasen gerealiseerd. In eerdere fasen is het bestaande modelinstrumentarium verbeterd, uitgebreid en zijn modelinstrumenten (SWAP- WOFOST) gekoppeld tot een operationeel en getoetst simulatiemodel voor gras, mais en aard- appelen en getoetst op plausibiliteit. Met het instrumentarium kunnen voor deze gewassen nu direct opbrengstreducties berekend worden als gevolg van vernatting, droogte en zout.

In fase 3, vastgelegd in dit rapport, is een volgende koppeling gerealiseerd - tussen SWAP-WOFOST met BBPR (BedrijfsBegrotingsProgramma Rundvee) - om ook de indirecte schade als gevolg van de bedrijfsvoering mee te kunnen nemen bij de schadeberekeningen. Hiermee is het mogelijk om directe en indirecte schade voor droogte, nat en zout apart te berekenen. Een uitgebreide rapportage over de indirecte effecten is weergegeven in het werkdocument ‘Kennis over indirecte nat- en droogteschade bij gras en maïs voor Waterwijzer Landbouw’. De volgende reeds ingezette stap is het beschikbaar maken van het instrument voor de akkerbouw en bollenteelt.

Begin 2018 zal dan het nieuwe en klimaatbestendige instrument gereed zijn waarmee de gevolgen van waterhuishoudkundige maatregen voor de akkerbouw en veehouderij kunnen worden bepaald en daarmee en dat daarmee onmisbaar is voor het doorrekenen van peilbesluiten en inrichtingsplannen.

Voor meer informatie, bekijk ook:

STOWA 2013-22, Actualisatie schadefuncties landbouw. Fase 1
STOWA 2013-37, Actualisatie schadefuncties voor de landbouw. Tussenfase 2a: Plausibiliteitstoets SWAP en enkele verkennende berekeningen
STOWA 2015 -16, Waterwijzer Landbouw fase 2. Modellering van het bodem-water-plantsysteem met het gekoppelde instrumentarium SWAP-WOFOST
STOWA 2017-W-01, Kennis over indirecte nat- en droogteschade bij gras en mai¨s voor Waterwijzer Landbouw