Skip to main content Skip to main nav

16 november 2021

Brochure over IPMV

Onlangs verscheen een nieuwe brochure over de Nederlandse aanpak van medicijnresten en andere microverontreinigingen in het afvalwater, oppervlaktewater en drinkwater. Meer in het bijzonder over de stand van zaken rond het ‘Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater’ (IPMV).

De landelijke overheid heeft geld beschikbaar gesteld voor nader praktijkonderzoek naar nieuwe veelbelovende verwijderingstechnieken. Deze onderzoeken zijn samengebracht in het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater, kortweg IPMV. STOWA coördineert de uitvoering van dit programma. De stichting is ook medefinancier.

Het doel van dit programma is om snel de weg vrij te maken voor veelbelovende nieuwe technieken, verbeteringen van bestaande technieken of innovatieve combinaties van bestaande technieken. Op die manier krijgen waterschappen binnen vijf tot zeven jaar meer verwijderingstechnieken tot hun beschikking waaruit ze de beste keuze kunnen maken voor hun eigen rioolwaterzuiveringen.

Het draait in het programma vooral om het geven van antwoorden die er over deze (combinaties van) technieken nog bestaan, met name wat betreft:

  • het verwijderingsrendement voor geselecteerde gidsstoffen (eis >70 procent voor zeven van de elf geselecteerde gidsstoffen);
  • de mate waarin ecotoxicologische risico’s door lozing van afvalwater op oppervlaktewater worden beperkt ten opzichte van de referentietechnieken;
  • de kosten ten opzichte van de referentietechnieken;
  • De duurzaamheid (CO2-footprint) ten opzichte van de referentietechnieken.

Als referentietechnieken zijn de volgende drie (combinaties) van technieken gekozen die reeds op praktijk schaal worden toegepast:

1. PACAS, ofwel: Powder Activated Carbon in Active Sludge. Hierbij wordt actief-poederkool gedoseerd in de bestaande actief-slibtanks van een rwzi;

2. Ozonisatie in combinatie met zandfiltratie. Hierbij worden microverontreinigingen eerst afgebroken door het doseren van ozon (O3), waarna de afbraakproducten uit het nagezuiverde afvalwater worden gefilterd met een zandfilter;

3. GAK, ofwel: Granulair Actief koolfiltratie. Hierbij worden microverontreinigingen gebonden aan granulair actief kool in een filter, terwijl op de koolkorrels ook bacteriën groeien die nutriënten kunnen verwijderen.

In de eerste ronde van het innovatieprogramma, gestart in 2018, zijn binnen de vijf thema’s zestien projecten gestart. Het ging in de meeste gevallen om het uitvoeren van haalbaarheidsstudies waarin indiendende partijen mochten aantonen dat de door hen voorgestelde (combinatie van) technieken meerwaarde oplevert - in termen van effectiviteit, kosten, duurzaamheid - ten opzichte van de eerder genoemde referentietechnieken. Bij een succesvolle uitkomst, kregen de indieners de mogelijkheid om de haalbaarheid verder te onderzoeken in een pilot.

Halverwege 2020 ging de tweede ronde van het innovatieprogramma van start, waarvoor partijen opnieuw projectvoorstellen konden indienen. Voor deze fase werden in totaal 28 projectvoorstellen ingediend. De voorstellen werden opnieuw beoordeeld op kosten, rendement en toepasbaarheid ten opzichte van de referentietechnieken. Maar er kwam meer nadruk te liggen op de duurzaamheid van de technieken. Een afvalwaterzuivering met nazuivering levert namelijk gemiddeld veertig procent meer CO2-emissie op dan zonder. En dat terwijl de Nederlandse waterschappen de ambitie hebben om in 2030 energieneutraal te zijn. Nazuiveringstechnieken kunnen deze opgave dus flink verzwaren.Op basis van de beoordelingen hebben een aantal voorstellen groen licht gekregen voor het doen van een haalbaarheidsstudie. Deze zijn begin 2021 van start gegaan.