Skip to main content Skip to main nav

17 juni 2025

Hoe krijgen we meer grip op indirecte lozingen?

Grip krijgen op indirecte lozingen – bedrijfslozingen en andere lozingen van stoffen via het riool naar oppervlaktewater – lijkt een enorme opgave. Toch zijn er concrete aanknopingspunten, zo werd duidelijk tijdens de startbijeenkomst van het kennisnetwerk Grip op indirecte lozingen, een initiatief van STOWA. Welke? Onder meer het combineren van data, innovatief meten, slimme tools en viewers, prioriteren, de hulp van digitalisering/AI, samenwerken (landelijk en in de regio). Maar vooral lef hebben en aan de slaggaan.

Indirecte lozingen zijn een steeds urgenter wordend probleem voor waterschapen. Met deze lozingen komen stoffen mee die op een rwzi vaak niet of nauwelijks verwijderd kunnen worden, en via het effluent vervolgens hun weg naar het oppervlaktewater vinden. Op de vraag aan de deelnemers van de bijeenkomst waarom waterschappen grip willen op indirecte lozingen werden als belangrijkste drijfveren genoemd: de rol als oppervlaktewaterkwaliteitsbeheerder en maatschappelijke verantwoordelijkheid, gevolgd door verantwoordelijkheid voor schadelijke effecten van effluentlozingen en bescherming van de zuivering. 

Overigens zijn indirecte lozingen breder dan alleen bedrijfslozingen, legde Bert Palsma van STOWA uit. Het gaat naast bedrijfslozingen (de hoofdfocus) ook om lozingen op hemelwaterriool, lozingen vanuit huishoudens en diffuse bronnen. Het uiteindelijke doel: grip krijgen op stoffen in het influent van rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Wetgeving

Peter de Putter schetste tijdens de bijeenkomst een beeld van de ontwikkelingen in wetgeving. Sinds 2009/2010 zijn de bevoegdheden van waterschappen rond indirecte lozingen steeds meer afgezwakt, terwijl het belang door de komst van nieuwe richtlijnen en doelen juist alleen maar is toegenomen. Samenwerking tussen bevoegde gezagen, omgevingsdiensten en waterschappen is volgens daarom essentieel. In verschillende studies zijn de bedrijfstakken die met prioriteit zouden moeten worden aangepakt bepaald. De Omgevingswet biedt mogelijkheden voor regionaal beleid. 

Heleen van de Velde en Emma Smits (Ministerie I&W) presenteerden tijdens deze bijeenkomst concrete plannen om de KRW-doelen te halen. Voor het terugdringen van industriële emissies wordt gewerkt aan een aantal maatregelen. Er wordt onder meer gekeken naar tijdelijkheid van besluiten, herziening van vergunningen, effectiviteit van algemene regels en bevoegdheidsverdeling. Daarnaast wordt onderzocht wat de impact op oppervlaktewater is van lozingen uit rwzi’s. In relatie met dit onderzoek komt er een handreiking bij het handboek immissietoets.

Er zijn inmiddels veel goede voorbeelden van bilaterale, regionale en landelijke samenwerkingen rond indirecte lozingen, zo bleek tijdens deze dag. Provincie Zuid-Holland heeft regie genomen in de regio om met omgevingsdiensten, gemeenten en waterschappen samen aan de slag te gaan. Inhoudelijk leverde dat waardevolle inzichten op: verschillen tussen rwzi's zijn beperkt, uitschieters duiden op indirecte lozingen, en seizoensverschillen en omgevingsfactoren vragen aandacht. Organisatorisch leerden de deelnemers belangrijke lessen: neem regie, betrek bestuurders, zoek contact met het bedrijfsleven, en vooral zoek elkaar op, verbind en start, wacht niet op elkaar.