Skip to main content Skip to main nav

26 januari 2022

Hoe verbeter je de ecologische waterkwaliteit?

Op 13 januari 2022 vond het webinar ‘Ecologisch succesvolle maatregelen: wat weten we en hoe verder?’ plaats. Het webinar was georganiseerd vanuit het project Ecologie van de Kennisimpuls Waterkwaliteit. In het webinar gingen de sprekers dieper in op de vraag hoe je een geschikt pakket maatregelen kiest voor het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit en hoe je vervolgens kunt vaststellen of de gekozen maatregelen ook daadwerkelijk succesvol zijn. Aan het webinar deden maar liefst 150 waterkwaliteitsprofessionals deel.

Het KIWK Ecologie project doet onderzoek langs drie sporen. Het betreft het vastleggen van bestaande kennis, het het ontwikkelen van de Stroomgebiedsbrede Ecologische Systeemanalyse (SESA) methodiek voor sloten en beken, en ten slotte het ontrafelen van de effectiviteit van maatregelen. Wat betreft dat laatste: er zijn de afgelopen jaren veel herstelprojecten gedocumenteerd. Deze informatie is door Jip de Vries en Anne-Marie van Noord (WEnR) samengevat in toegankelijke figuren en tabellen. Jip leidde de deelnemers aan het webinar door een stapel van circa 200 bestaande rapporten met resultaten van studies aan de effecten van maatregelen.

BACI

De kern van haar betoog richtte zich op de Before-After-Control–Impact (BACI) aanpak van maatregel-effect onderzoek, waarbij een maatregel zowel voor als na de ingreep wordt onderzocht en ook niet aangepakte controlesituaties worden meegenomen in het onderzoek. Deze aanpak is belangrijk om betrouwbare resultaten te verkrijgen over de effectiviteit van een maatregel(pakket), die vervolgens gegeneraliseerd kunnen worden naar andere vergelijkbare wateren. Voor een succesvolle BACI-aanpak is naast de maatregellocatie ook een controlelocatie nodig. Bovendien is er een tijdreeks noodzakelijk van minimaal drie meetmomenten voor en vier meetmomenten na het uitvoeren van de maatregel. Echter: geen enkele van de gevolgde werkwijzen in de bestudeerde rapporten bleek te voldoen aan het BACI criterium. Dat betekent er slechts een beperkte onderbouwing is van de effecten van getroffen maatregelen, aldus De Vries. Ze toonde verder aan dat ondanks de honderden maatregelen vermeld in de Stroomgebiedbeheerplannen de meeste onderzoeken gerelateerd waren aan nutriëntenreductie in stilstaande wateren en aan hermeandering, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en kleinschalige maatregelen in stromende wateren. Andere maatregelen bleken weinig tot niet te zijn gerapporteerd.

Uit het onderzoek van De Vries cs kunnen drie lessen worden getrokken:
1. 35 procent van de rapporten beschreven een positief effect van de maatregel, ondanks het ontbreken van statistische onderbouwing;
2. Maak voor betrouwbare resultaten gebruik een BACI-opzet met voldoende meetjaren (het leren van maatregelen);
3. Denk aan het (compleet) publiceren van uitkomsten ook als er geen effecten zijn, dan kunnen anderen ervan leren.

Reikwijdte

Welke conclusies kunnen we trekken uit bestaande gegevensbestanden van watersystemen met herstelmaatregelen? In de tweede bijdrage door Gea van der Lee (WEnR) stond het benutten van reeds beschikbare monitoringdata centraal. Meer dan dertig door waterbeheerders verzamelde gegevensbestanden konden gebruikt worden voor een analyse van locatiespecifieke effecten van ecologische maatregelen. Het merendeel liet nauwelijks tot geen statistisch positief effect na de maatregel zien. Daarop volgde de logische vraag: leveren een set van maatregelen over een groter deel van een waterlichaam dan wel effect op, ofwel: is er een doorwerking op grotere schaal of in de tijd? Aan de hand van een voorbeeld van de beek de Tongelreep werd duidelijk dat ingrepen in stressoren met een grote reikwijdte, zoals het saneren van ongezuiverde rioolwaterlozing die bovenstrooms in de beek uitmondde, zeer positief doorwerken in het hele watersysteem. De opeenvolgende vervolgmaatregelen in de vorm van hermeanderen, dood hout inbrengen, grindbedden aanleggen en het onderhoud staken lieten ook effecten zien, maar minder dan het saneren van de ongezuiverde rioolwaterlozing.

De geavanceerde analysemethode gaf veel inzicht in de fasen van herstel. Zo werd duidelijk dat doorwerking van bovenstroomse veranderingen in de tijd parallel liepen aan veranderingen na vervolgingrepen en dat daarmee het effect moeilijker te duiden was. Ook werd duidelijk dat er sprake was van meerdere stressoren. Doordat in de tijd meerdere stressoren zijn aangepakt, is een duidelijk herstel op systeemniveau zichtbaar.

Meeliften

Met een alternatieve insteek, waarbij op basis van de soortindicaties geanalyseerd werd welke veranderingen in de Tongelreep over de laatste 30 jaar zijn opgetreden, werd hetzelfde resultaat gevonden. De soortensamenstelling indiceerde een toename van stromingsminnende soorten (die een hoge zuurstofbehoefte hebben) en een afname van een preferentie voor organische belasting (het bouwen van de rwzi). Ook minder aangepakte trajecten bleken mee te liften op de positieve ontwikkelingen. Maar ook de Tongelreep is er nog niet helemaal, blijkt uit de hoge kwaliteit van de meest natuurlijke locaties die nog verder bovenstrooms in België liggen. Uit het onderzoek kan worden afgeleid dat een BACI-opzet van belang is om autonome ontwikkelingen te kunnen scheiden van maatregeleffectiviteit, en dat een stroomgebiedsbrede analyse de complexiteit van het effect van meervoudige maatregelen weer over grotere schaal weergeeft.

Toekomst

De derde en laatste bijdrage door Ralf Verdonschot (WEnR) schetste de weg naar de toekomst om ecologisch succesvol herstel in te zetten. Om succesvolle maatregelen te kiezen is inzicht in de rol van stressoren op hogere schaalniveaus noodzakelijk, betoogde hij. Evenals kennis over de effectiviteit van maatregelenpakketten en aandacht voor de biotiek bij het formuleren van doelen.

De stress-cocktail in de Nederlandse wateren kan integraal in beeld worden gebracht met een ecologische systeemanalyse (SESA). Hiermee komen de knelpunten voor de ecologie en de schaal waarop ze spelen in beeld. Hierop worden combinaties van maatregelen bepaald die de multiple stressoren aanpakken, rekening houdend met de werkingsschaal en positie in het hydrologische systeem. Omdat niet alles overal kan wordt met scenario’s bepaald welk doelbereik (realistische streefbeeld) mogelijk is onder de te verwachten omstandigheden.

Samenwerking

Met een brede BACI-benadering worden effecten van maatregelcombinaties beter begrepen en wordt de toepassing op grotere schaal mogelijk, aldus verdonschot. Dit betekent dat niet 21 waterschappen hetzelfde maatregel-effectonderzoek hoeven te doen, maar dat waterschappen gezamenlijk één keer een generaliseerbaar onderzoek uitvoeren en deze kennis laten doorstromen. Samenwerking is dus essentieel om tot een hogere maatregeleffectiviteit te komen. Daarnaast zijn controles zijn bij monitoring van maatregelen essentieel omdat daarmee ontwikkelingen in maatregeltrajecten gescheiden kunnen worden van gebiedsontwikkelingen. Toch is het niet altijd eenvoudig geschikte controles te vinden. Om dit te faciliteren kunnen bijvoorbeeld QuickScan analyses worden ingezet.

Garantie

Door herstelmaatregelen in te zetten creëren we wel de abiotische randvoorwaarden voor de gewenste levensgemeenschap. Maar dit geeft volgens Verdonschot nog geen garantie voor de daadwerkelijke terugkeer van de doelsoorten. Met het voortschrijdende verlies van biodiversiteit wordt het steeds lastiger voor doelsoorten om geschikte plekken te koloniseren. Aangezien we vanuit de KRW deze soorten gebruiken om vast te stellen of een herstelproject succes heeft gehad, is er kans op een mismatch tussen inspanning en doelbereik. Daarom is het nodig meer te weten van de dispersiecapaciteit van doelsoorten en om ook de omvang van bronpopulaties, de afstand tot deze bronpopulaties, de tussenliggende dispersiebarrières en de onderlinge interacties tussen soorten vast te stellen. De drie v’s geven hier een oplossingsrichting: versterken, verbinden en verplaatsen. Versterken kan via het vergroten van bestaande bronpopulaties, wat geschiedt door het vergroten van het huidige leefgebied en verbeteren van de kwaliteit hiervan. Het verbeteren van de verspreiding zelf geschiedt door het creëren corridors en de aanleg van stapstenen tussen watersystemen. Als dat nog hindernissen oplevert, dan biedt herintroductie op geschikte locaties een alternatieve oplossing.

De conclusie aan het einde van het webinar was: we moeten gaan denken en werken op systeemschaal met de ecologische systeemanalyse als basis, realistische streefbeelden gaan gebruiken m.b.t. doelen, gaan leren van maatregelen met het BACI-ontwerp als norm en gezamenlijk gaan investeren in een goede proefopzet. Dat betaalt zich uit in extrapoleerbaarheid van resultaten en het behalen van KRW-doelen. We mogen echter de rol van de biotiek bij dergelijke herstelstrategie nooit vergeten: het is niet alleen het milieu dat bepaalt of doelsoorten terugkeren! Met dit in het achterhoofd kan nagedacht worden over twee zaken: hoe kan je succes van herstelprojecten meten op basis van andere kenmerken dan soorten, en hoe werken we de drie strategieën om kolonisatie van doelsoorten in de praktijk te bevorderen, uit?

> Download de presentaties