Evaluatie van het onderzoeksprogramma RWZI 2000
Dit rapport geeft een evaluatie van het onderzoekprogramma 'Toekomstige generatie rioolwaterzuiveringsinrichtingen', uitgevoerd in de periode 1988-1994. Dit programma was een uitvloeisel van een raamovereenkomst tussen de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en het Ministerie van Verkeer & Waterstaat l het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA). De overeenkomst beoogde de inspanningen te bundelen op het gebied van toekomstgericht onderzoek naar de behandeling van stedelijk afvalwater.
Publicatienummer |
1994-05 RWZI 2000 |
Thema |
Diversen, Doelmatigheid |
Datum |
|
'RWZI 2000', zoals het onderzoekprogramma kortweg genoemd werd, had tot doel potentiële zuiveringstechnieken in diverse ontwikkelingsfasen te genereren voor de behandeling van stedelijk afvalwater en de verwerking van zuiveringsslib, met als oogmerk kwaliteitsverbetering en verlaging van de kosten. Deze doelstelling zou gerealiseerd moeten worden mede door de inzet van fundamenteel langetermijnonderzoek naast het meer empirisch georiënteerde onderzoek. Kansrijke technologieën zijn daartoe beoordeeld aan de hand van de onderzoeksvelden effluentkwaliteit, zuiveringsslib en omgevingshinder. De effluentkwaliteit is getoetst op basis van de parameters organische stof (BZV, CZV en zwevende stof), stikstof en fosfaat. De verwijdering van andere componenten, zoals zware metalen en organische microverontreinigingen, is niet in beschouwing genomen.
Het onderzoekprogramma voorzag in een budget van tien miljoen gulden, te besteden in een periode van vijf jaar. Door participatie van derden (waterkwaliteitsbeheerders, de onderzoekende instellingen zelf of van overheidswege door stimuleringsregelingen voor onderzoek) is het totaal bestede budget verdubbeld.
De meeste onderwerpen uit de raamovereenkomst zijn in RWZI 2000 uitgevoerd. De overige zijn op basis van vernieuwde inzichten of een eerste ruwe inschatting omtrent de haalbaarheid niet verder in het onderzoekprogramma opgenomen; sommige zijn opgepakt in andere kaders. Tijdens de uitvoering van het onderzoekprogramma heeft er een verdere invulling plaatsgevonden. Hierbij is zoveel mogelijk ingespeeld op de behoefte naar vergaande N- en P-verwijderingstechnieken ten gevolge van het van kracht worden van de AMvB's, waarin verscherpte P- en N-eisen voor rwzi's voor respectievelijk 1995 en 1998 zijn geregeld.
Het onderzoekprogramma omvatte circa 30 projecten met een grote diversiteit in looptijd en kosten, afhankelijk van het onderzoek: evaluatie-, praktisch en fundamenteel onderzoek. Voor een opsomming van de projecten, met financieel overzicht, wordt verwezen naar bijlage 3 van dit rapport en voor een beschrijving van de projecten naar bijlage 2.