Skip to main content Skip to main nav

Een nieuwe grondwater droogte-indicator voor boezemkaden. Een statistische maat die de extremiteit van grondwaterdroogte in de dijk weergeeft

Dit rapport beschrijft het model voor een nieuwe grondwaterdroogte-indicator voor boezemkaden. In tijden van droogte hebben waterbeheerders een goede indicator nodig om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Deze nieuwe indicator helpt dijkbeheerders bij het bepalen van de werkelijke droogte in hun kaden. Met de indicator worden onnodige inspanningen zoals droogte-inspecties voorkomen en kunnen dijkbeheerders sneller reageren op gevaarlijke situaties.

Droogte in boezemkaden is erg complex. Dat bleek wel in de droge zomers van 2018, 2019 en 2022. Toen gebruikten dijkbeheerder diverse meteorologische indicatoren zoals het neerslag- tekort of de Standardized Precipitation and Evapotranspiration Index (SPEI) om te bepalen of ze moesten opschalen op de crisisladder. 

Deze indicatoren geven echter alleen een indicatie over het tekort aan neerslag en/of het teveel aan (potentiële) verdamping. Ze geven geen uitsluitsel over de werkelijke droogte in de kaden. Uit de evaluaties van de voorgaande droge zomers bleek dat dijkbeheerders niet tevreden zijn over de huidige indicatoren. Een alternatieve methode was wenselijk.

De Hoogheemraadschappen Hollands Noorderkwartier en Schieland en de Krimpenerwaard ontwikkelden samen met Rijkswaterstaat en STOWA een alternatieve methode om de droogte in kaden te bepalen. Dit rapport beschrijft het model voor de alternatieve indicator: de grondwaterdroogte-indicator. De methode gebruikt meetgegevens van grondwaterstanden in boezemkaden om aan de hand van meerjarenstatistiek te bepalen hoe uitzonderlijk de droogte op een bepaald moment is.

In een vervolgstudie wordt de methode verder uitgewerkt om hiervan een praktisch toepasbaar instrument voor dijkbeheerders en inspecteurs van boezemkaden te maken.