Skip to main content Skip to main nav

E-PRTR voor rwzi's

IPPC-plichtige rwzi's* en/of rwzi's met een ontwerpcapaciteit groter dan 136.360 ie-136 zijn verplicht om hun emissies te rapporteren. Naar schatting zal deze plicht gaan gelden voor circa 70 rwzi's. Uit deze studie blijkt dat alleen emissies naar het watercompartiment (effluent) relevant zijn. Het gaat daarbij om de emissie van 71 stoffen. Een aantal stoffen wordt al gemeten (bijvoorbeeld CZV, nutriënten en zware metalen). Van een aantal andere stoffen is bekend dat ze niet of nauwelijks aanwezig zijn in effluent. Eén en ander heeft geresulteerd in een lijst van 15 stoffen die nader onderzocht worden.

Om te voorkomen dat dit onderzoek zou moeten gebeuren op alle E-PRTR-plichtige rwzi's, is overleg gevoerd met Rijkswaterstaat (RWS), het grootste Wvo-bevoegd gezag. Bovendien kon RWS, via het RIZA, specialistische kennis inbrengen over het analyseren van stoffen en de aanwezigheid daarvan in effluenten. Samen met RWS is een monitoringsprogramma uitgewerkt voor de 15 stoffen.

In het kort komt het erop neer dat meetresultaten van een zestal rwzi's representatief worden verondersteld voor de andere E-PRTR-plichtige rwzi's. Op basis van de gevonden concentraties en vrachten wordt elk jaar bezien of de meetfrequentie aangepast moet worden. Op deze wijze kunnen de monitoringskosten in de hand worden gehouden.

*E-PRTR staat voor 'European Pollutant Release Transfer Register’.