Skip to main content Skip to main nav

PAK in Effluent (IPMV)

Uitspoeling van poederkool dat wordt toegevoegd aan rwzi-afvalwater om microverontreinigingen te verwijderen, is ongewenst. Voorliggend rapport gaat in op de beschikbare literatuur op dit onderwerp, en focust op manieren om deze (kleine) fractie poederkool in rwzi-effluent te kwantificeren. Een goede indicatie van de mate waarin poederkool uitspoelt, kan worden verkregen met een eenvoudige methode waarbij wordt gekeken naar de mate waarin filterpapier van kleur verandert. Deze studie maakt onderdeel uit van het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater (IPMV).

In het IPMV van STOWA en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn diverse technologieën onderzocht voor de verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater. Een aantal van deze technologieën maakt gebruik van poederkool. Bij toepassing van poederkool in de waterzuivering eindigt deze hoofdzakelijk in het spuislib van de rwzi.

In sommige situaties echter wordt niet alle poederkool ingevangen in het slib, maar spoelt ook een deel uit met het effluent. Dit is om allerlei redenen onwenselijk, onder meer omdat de kool als gevolg van adsorptie beladen is geraakt met microverontreinigingen die nu juist niet in het oppervlaktewater thuis horen. Voor een brede toepassing van poederkool in Nederland is het daarom van belang om zicht te krijgen en te houden op de omvang van deze fractie.

Op basis van ervaringen in Zwitserland en Duitsland en ervaringen in pilots in Nederland wordt in dit rapport geconcludeerd dat een visuele bepaling van de mate waarin filterpapier van kleur (zwartheid) verandert, een goede indicatie geeft van de hoeveelheid poederkool in een monster effluent. Kern van de methode is dat het filterpapier vergeleken wordt met een eerder gemaakte ijkreeks met bekende hoeveelheden poederkool.

Met de resultaten van dit onderzoek kan in de lopende en toekomstige demonstratie en fullscale projecten waarin poederkool wordt toegepast, de omvang van de uitgespoelde actiefkoolfractie indicatief worden gekwantificeerd. Zodoende wordt gemonitord of er aanleiding is de methode verder te ontwikkelen, of dat toch verder gezocht moet worden naar nauwkeuriger methoden.