Skip to main content Skip to main nav

Toepassing van dynamisch simuleren in SUMO. Optimailsatiecases volgens de Handreiking dynamisch simuleren in SUMO

De vier in dit rapport beschreven praktijkcases voor het modelleren van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (om de werking ervan te optimaliseren) volgen het stappenplan uit de handreiking dynamisch simuleren in SUMO (SUperMOodel, STOWA 2025-44). Ze laten de meerwaarde zien van dynamisch modelleren van rwzi’s in SUMO.

Een rioolwaterzuivering is een dynamische ‘fabriek’. De hoeveelheid rioolwater stijgt in Nederland door bevolkingsgroei en na een fikse regenbui kan het debiet makkelijk verdriedubbelen. Ook de samenstelling van de vervuiling varieert. De temperatuur van het water wisselt bovendien met de seizoenen en het dag-nachtritme. De samenstelling en activiteit van de bacteriën in het slib die het zuiveringswerk doen, bewegen mee met temperatuur en variatie in verontreinigingen. 

Ondanks al deze dynamiek en nieuwe lozingseisen, worden rwzi’s nog vaak ontworpen en gemodelleerd op basis van een gemiddelde aanvoer. Dat gebeurde vaak met statische modellen, zoals het HSA-model voor stikstof en het Scheer-model voor fosfor. Echter, omdat deze modellen uitgaan van optimale omstandigheden en steady-statesituaties, zijn ze niet altijd toereikend. 

Door aanscherping van effluenteisen wordt de dynamiek in aanvoer en zuiveringsprocessen steeds belangrijker. Dynamisch in plaats van statisch modelleren biedt inzicht in de optimalisatiemogelijkheden van rwzi’s van zowel bestaande en in de ontwerpfase verkerende installaties. Het SUMO-model laat snel zien wat mogelijk is, waar de rek en ruimte zit, en welke optimalisaties mogelijk zijn. Waterschappen kunnen hierdoor uitbreidingen en nieuwbouw uitstellen en/of efficiënter dimensioneren. Dit is kostenbesparend, duurzaam en speelt in op de krapte aan specialistische kennis en personeel. 

Parallel aan deze studie is het rapport Handreiking dynamisch simuleren in SUMO (STOWA 2025-44) opgesteld, dat een stappenplan biedt voor het gebruik van dynamisch modelleren in SUMO. 

In dit rapport zijn vier cases uitgewerkt volgens dit stappenplan. De cases betreffen rwzi’s van verschillende groottes, configuraties en effluentconcentraties: de rwzi’s Bergambacht, Amersfoort, Hellevoetsluis en Winterswijk. Bij deze cases heeft dynamisch modelleren in SUMO meerwaarde laten zien ten opzichte van statische modellen. Dit komt door factoren als een optimale verdeling van de anoxische en oxische zones en een optimalisatie van de retourslibregeling. Deze worden beide als optimaal beschouwd in statische modellen en dit blijkt in de praktijk vaak anders. Dit rapport biedt tevens een overzichtelijke inkijk in het gebruik en de toepassing van het stappenplan uit de handreiking.