Skip to main content Skip to main nav

Waternood. Effecten op aquatische ecosystemen

Dit rapport beschrijft een methode om de effecten van ingrepen in het waterhuishoudkundig systeem op aquatische ecosystemen te beoordelen. Door ingrepen in het waterhuishoudkundig systeem veranderen de hydromorfologische omstandigheden en daarmee de standplaatsfactoren voor de aquatische ecosystemen. het rapport maakt deel uit van de Waternood reeks.

Waternood is een methode voor het ontwerpen van de waterhuishoudkundige infrastructuur in het regionale waterbeheer. In 1988 hebben de waterschappen besloten Waternood als de standaard voor het ontwerpen van waterlopen te gaan gebruiken.De Waternoodfilosofie is onder meer vastgelegd in het rapport 'Grondwater als leidraad voor Oppervlaktewater'.

Waternood markeert in het waterbeheer een trend die de laatste 1o jaar zichtbaar is geworden. Een trend die eruit bestaat dat meer en meer het grondwaterregime en de functietoekenning aan een gebied als leidraad voor het beheer van het watersysteem worden gebruikt. Basis voor het werken volgens Waternood is het watersysteem. In veel gevallen hanteerden waterschappen en provincies al (delen van) deze methodiek, maar dit is nu expliciet gemaakt

De methode Waternood kan als volgt worden samengevat: In een gebied hebben de waterbeheerders te maken met verschillende functies en grondsoorten. Bij elke combinatie van functie en grondsoort kan een hydrologisch regime worden gekarakteriseerd waarmee deze combinatie optimaal tot haar recht komt. Dit regime wordt aangeduid met de term Optimaal Grond- en Oppervlaktewaterregime (OGOR). Door vooral ruimtelijke verschillen in de functies en de grondsoort zal dit GGOR er van plaats toi plaats anders uitzien. Het Actuele Grond- en Oppervlaktewaterregime(AGOR) kan afwijken van het GGOR. Via een toetsing van de doelrealisatie van de verschillende functies wordt vervolgens het Gewenste Grond- en Oppervlaktewaterregime bepaald.

De ontwerpmethodiek volgens Waternood wijkt op een aantal punten af van de in het verleden gangbare ontwerpmethoden. Het gaat om een andere wijze van denken, maar vereist bovendien meer gebiedsinformatie en meer kennis van methoden en achtergronden dan voorheen.