Skip to main content Skip to main nav

Bescherming van de bodem op rwzi's, rapport plus handreiking

In 2009 zijn voorschriften opgesteld voor bescherming van de bodem op rwzi’s. Deze zijn integraal verwerkt in het STOWA-rapport 2010-04, met als titel ‘Bodembescherming op rwzi’s’.

In de afgelopen jaren is er veel discussie geweest tussen het Wm-bevoegd gezag en zuiveringbeheerders (lees ‘waterschappen’) over de wijze waarop de bodem op rwzi’s beschermd moet worden. In 2006 is STOWA gestart met een project om de problematiek rondom bodembeschermende voorzieningen en maatregelen inzichtelijk te maken en tot adequate oplossingen te komen, gedragen door zowel waterschappen als Wm-bevoegd gezag. Vervolgens heeft een werkgroep bestaande uit leden van de eerdergenoemde BCie en het Inter Provinciaal Overleg (IPO) deze taak op zich genomen. De werkgroep heeft een aantal deelstudies uit laten voeren waardoor meer inzicht werd verkregen in de problemen en oplossingen.

Het rapport beperkt zich tot de water- en sliblijn van een rwzi. Flankerende bedrijfsactiviteiten die bodemrisico’s met zich mee kunnen brengen, worden niet behandeld. Dergelijke activiteiten worden, voor wat betreft bodembescherming, voldoende afgedekt door de NRB 2001/2003, die in 2012 wordt vervangen door de NRB2012.

Handreiking 'Bodembescherming op rwzi's'

Het STOWA-rapport is gebruikt voor het opstellen van artikel 3.5d van paragraaf 3.1.4a van het Besluit Algemene Regels voor inrichtingen milieubeheer), ook wel het BARIM genoemd. In artikel 3.5d wordt verwezen naar de ministeriële regeling. Artikel 3.4c van deze Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (RARIM) bevatten de eisen  ten aanzien van bescherming van de bodem op rwzi’s, die afkomstig zijn uit het STOWA-rapport.

Sinds het verschijnen van het STOWA-rapport worden de voorgeschreven voorzieningen en maatregelen door vergunninghouders en vergunningverleners  geïmplementeerd op rwzi’s. In de praktijk blijken de voorschriften van de eerder genoemde ministeriële regeling niet door iedereen op dezelfde wijze te worden uitgelegd. Daarom heeft een  werkgroep van IPO-leden en vertegenwoordigers van de Vereniging van Zuiveringbeheerders, een speciale handreiking opgesteld. Hierin worden de voorschriften uitgelegd, zijn voorbeelden opgenomen en worden alternatieven aangedragen voor grondwatermonitoring. Hieronder kunt u de handreiking downloaden.