Skip to main content Skip to main nav

Overstromingsrisico regionale keringen

STOWA heeft vanuit het Ontwikkelingsprogramma Regionale Keringen (ORK) de TU Delft gevraagd te onderzoeken wat de mogelijkheden en eventuele consequenties zijn van het toepassen van de zogenoemde overstromingskansbenadering voor het beoordelen van regionale keringen. Dit rapport, het resultaat van deze verkenning, geeft een goed beeld van de toepasbaarheid van deze benadering, en draagt bij aan de actualisatie van de visie op de regionale keringen voor wat betreft de beschouwing van de veiligheid.

Het huidige beoordelingsinstrumentarium voor regionale keringen is gebaseerd op een overschrijdingskansbenadering per dijkvak. In de afgelopen jaren is voor de primaire keringen een nieuwe methode ontwikkeld voor de beoordeling van de veiligheid volgens een overstromingsrisicobenadering. Volgens deze benadering wordt bij de normering van een kering meegewogen dat de omvang van de schade en het aantal slacht­ offers als gevolg van een overstroming per doorgebroken dijkvak kunnen verschillen.

In het kader van de actualisatie van de visie op de regionale waterkeringen wordt eveneens de veiligheidsbenadering beschouwd. Het is hierbij van belang te beschikken over inzichten in de werkbaarheid van de methodiek van de overstromingskansbenadering voor regionale keringen, alsmede van de mogelijk toegevoegde waarde van deze methodiek voor dit type keringen. In een aantal opzichten wijken deze keringen namelijk af van de primaire keringen. Belangrijke afwijking is bijvoorbeeld de normeringsmethodiek, waarbij de gevolgen van een overstro­ming al per dijkvak worden bepaald.

Deze verkenning dient als (eerste) bouwsteen bij de actualisatie van de visie op regionale waterkeringen. Deze verkenning heeft uitsluitend als doel het ontwikkelen van inzicht in de toepasbaarheid van de methodiek en de toegevoegde waarde daarvan. Van een streven tot een overgang naar een overstromingskans­ of overstromingsrisicobenadering is op dit moment geen sprake.

De studie concludeert dat de methodiek van de overstromings­benadering goed toegepast kan worden om het overstromingsrisico van regionale keringen te bepalen. En met deze benadering is het mogelijk om verschillende ingrepen in een systeem van regionale keringen te beoordelen op basis van kosten-batenanalyses, waarbij de baten uitgedrukt wor­den in een verlaging van het overstromingsrisico. Verder kan de overstromingsrisicobenade­ring gebruikt worden om het risico vanuit het regionale systeem te vergelijken met het risico vanuit het primaire systeem. Een vergelijking van de normering van beide typen waterkerin­gen is daarmee ook mogelijk.

Voor een nauwkeurige toepassing dienen een aantal onderdelen van de methoden nader onderzocht te worden, en kan de methode mogelijk worden aangepast. Eventueel vervolg­onderzoek dient zich daarom te concentreren op het verder optimaliseren van de overstromingskansbenadering voor regionale keringen, via bijvoorbeeld het toepassen van bewezen sterkte.