Skip to main content Skip to main nav

Veenweidesloot van de toekomst

In het project staat de veenweidesloot van de toekomst centraal. Er wordt onderzocht hoe deze sloot zo ingericht en beheerd kan worden dat het veen optimaal wordt beschermd en het watersysteem in staat is om toenemende weersextremen op te vangen. Daarnaast wordt geïnventariseerd hoe het beheer bij kan dragen aan de verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, stabiele oevers en beperkte baggeraanwas. Ook wordt onderzocht hoe broeikasgasemissies worden beperkt en hoe het beheer past binnen een rendabele agrarische bedrijfsvoering. Het project is onderdeel van Veenweiden Innovatie Programma Nederland (VIP-NL) en wordt gefinancierd door het Ministerie van LNV en STOWA.

De waterkwaliteit en biodiversiteit van veenweidensloten staan onder druk. Er is sprake van methaanemissies uit slootbagger, landverlies door afkalving van oevers, invasieve exoten veroorzaken schade aan oevers en ecosystemen en onderhoud is kostbaar. Daarnaast zal in de toekomst vernatting (om bodemdaling en broeikasgasemissies te beperken) risico’s geven voor erosie van oevers, aanwas van bagger in de sloot en daarmee extra aanvoer van nutriënten. Meer bagger en een slechtere waterkwaliteit leiden in potentie ook tot hogere broeikasgasemissies uit de sloot. De  Veenweidensloot van de Toekomst kan bijdragen aan de oplossing voor deze uitdagingen.   

De veenweidensloot van de toekomst is een gezonde, biodiverse, klimaatadaptieve sloot met stevige oevers, nu en in de toekomst. Een sloot die om kan gaan met te verwachten hogere peilen en peilfluctuaties en die extremen in droogte en neerslag kan opvangen. Een sloot met beperkte afkalving van de slootkanten, verminderde baggervorming en lagere methaanemissies uit de sloot, wat resulteert in een verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit in en om de sloot.

Het doel van het project Veenweidensloot van de Toekomst is het verkrijgen van inzicht en handelingsperspectief om deze sloot te bereiken en te behouden. De volgende onderzoeksvraag staat centraal: ‘Hoe kan de veenweidesloot van de toekomst zo ingericht en beheerd worden dat het veen optimaal wordt beschermd, het watersysteem toenemende weersextremen kan opvangen, de waterkwaliteit verbetert, de biodiversiteit optimaal kan ontwikkelen, oevers stabiel blijven, baggeraanwas en broeikasgasemissies worden beperkt en dat alles binnen een rendabele agrarische bedrijfsvoering?’ Het uitganspunt in de studie is dat inrichting- of herstelingrepen aan de sloot of oever alleen effectief zijn in combinatie met (aangepast) beheer.

Het project bestaat uit een verkenningsfase en uitvoeringsfase. In de verkenningsfase worden sloottypen gekarakteriseerd en gedefinieerd, toekomstverwachtingen voor de veenweiden uitgewerkt en relevante factoren en processen benoemd. Verder wordt er een onderzoeksaanpak uitgewerkt voor de volgende fase en reeds beschikbare informatie en experimenten in beeld gebracht. In de uitvoeringsfase wordt op verschillende monitoringslocaties geëxperimenteerd met de veenweidesloot, waarbij aandacht is voor de praktische kant van beheer en onderhoud.