Onze Blogs
Lees de ORK-blogs van ORK-programmasecretaris Robin Biemans. Nog geen abonnee? Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
Regionale waterkeringen zijn onmisbaar voor de bewoonbaarheid van laag Nederland. In het ‘Ontwikkelingsprogramma Regionale Waterkeringen’, dat STOWA uitvoert in opdracht van UvW en IPO, werken we al vanaf 2005 aan het vergroten van de regionale waterveiligheid. Vooral via het ontwikkelen en toepassen van nieuwe kennis en inzichten. In 2020 startte de vierde fase (ORK IV) die loopt tot 2024.
Meer over ORK, fase IV
Lees de ORK-blogs van ORK-programmasecretaris Robin Biemans. Nog geen abonnee? Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
De visie Verder bouwen op een goed fundament (2016) schetst de ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid en presenteert op basis daarvan een agenda. Deze richt zich vooral op technische innovaties, inzicht in de belastingen en sterkte-eigenschappen van regionale waterkeringen en op het ontwikkelen van een integrale kijk op waterveiligheid. Het ORK-programmaplan IV Slim investeren en uitlegbaar veilig (2020) beschrijft concreet hoe dat in de periode 2020-2023 vorm krijgt.
Nederland kent veiligheidsnormen voor regionale keringen waarbij de keringen worden ingedeeld in één van vijf klassen (de zogenoemde IPO-klassen). Bij elke klasse hoort een bepaalde norm. Hoe hoger de norm, hoe sterker de kering. Een gedegen maar kostbare en niet altijd transparante aanpak. Binnen dit thema zoeken we naar betaalbare, pragmatische en goed uitlegbare alternatieven voor het waarborgen van de regionale veiligheid.
Meer informatie
Beheerders van waterkeringen hebben de wettelijke taak hun waterkeringen aan de veiligheidseisen te laten voldoen en te zorgen voor het bijbehorende beheer en onderhoud. Dit wordt de zorgplicht genoemd. De waterschappen mogen zelf bepalen hoe ze deze zorgplicht invullen. In dit thema onderzoeken we met waterschappen op welke manier ze dat kunnen doen. > Meer informatie
De regionale waterkeringen zijn ingedeeld in vijf normklassen. Deze indeling is mede gebaseerd op de mogelijke schade bij het falen van de kering; hoe hoger de schade, hoe hoger de norm. De schadeberekening was gebaseerd op het prijspeil 1999. De indexatie naar andere jaren wordt nu op verschillende manieren gedaan, met verschillende eindbedragen tot gevolg. In dit thema werken we aan een uniforme methode voor indexering.
Meer informatie
Regionale keringen zijn niet alleen van belang voor de waterveiligheid, maar hebben vaak ook een landschappelijke, cultuurhistorische, recreatieve dan wel transportfunctie. En ze zijn drager van natuurwaarden. In dit thema wordt onderzocht hoe we regionale keringen optimaal kunnen beheren, met inachtneming van andere functies in, op en rond de kering.
De provincies zijn verantwoordelijk voor het aanwijzen en normeren van de regionale keringen. Binnen ORK zijn voor diverse type regionale keringen (boezemkaden, compartimenteringskeringen, keringen langs regionale rivieren, etc.) methodieken ontwikkeld die helpen bij het bepalen van de normklasse (I-V).
Binnen ORK wordt onderzoek verricht om maximaal inzicht te krijgen in de sterkte van waterkeringen en de effecten van mogelijk falen, in relatie tot de norm waarop wordt getoetst. Zo wordt onderzoek gedaan naar mogelijke faalmechanismen, waaronder macrostabiliteit. Maar bijvoorbeeld ook naar de manier waarop je het concept ‘bewezen sterkte’ mee kunt nemen in je beoordeling.
Als een kering niet voldoet aan de gestelde veiligheidseisen, moet deze worden verbeterd. Daarvoor moet de kering worden versterkt, of de hydraulische belasting op de kering worden verminderd. Bij de versterkingsopgave is het belangrijk rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen. Binnen ORK zijn voor verschillende typen regionale keringen ontwerprichtlijnen geschreven die deze ontwikkelingen meenemen.
Adequaat beheer en onderhoud van waterkeringen vormt een integraal onderdeel van de zorg voor regionale waterveiligheid. Het werken in een gesloten beheercyclus vanuit de optiek van de zorgplicht en assetmanagement vormt één van de kernopgaven voor de komende jaren.
Klimaatverandering heeft ook gevolgen voor de (regionale) waterveiligheid. Zo wordt (langdurige) droogte een steeds belangrijker aspect om rekening mee te houden. STOWA onderzoekt in dit verband samen met Rijkswaterstaat en de hoogheemraadschappen Delfland, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard de effecten van verdroging van boezemkades tijdens langdurige droogte.
Het toetsen van de veiligheid van een regionale waterkering houdt in dat de ingeschatte sterkte wordt vergeleken met de optredende belastingen die horen bij de vastgestelde IPO-norm. Het eindoordeel, de eindtoets, geeft aan of de sterkte voldoet. Een belangrijk hulpmiddel hiervoor is de Leidraad Toetsen op Veiligheid (LTV) Regionale Waterkeringen.
In mei is Oscar van Dam gestart als de nieuwe Programmamanager Waterveiligheid bij STOWA. Eén van de programma’s binnen het thema waterveiligheid van STOWA is het Programma Instandhouding Waterkeringen PIW. Wat beweegt Oscar, wat zijn zijn plannen en ambities voor PIW de komende jaren en wat heeft hij met water?
Lees meerHet thema dijkveroudering is een jong begrip. Zo jong dat er nog veel verkenning nodig is in het veld: wat is de definitie van het begrip, wat is de beste manier van data inzet en wat is de relatie tot dijkbeheer? Deze vragen stonden centraal tijdens de online Workshop Dijkveroudering van PIW op 24 maart jl. Jeroen Rijke en Maarten Podt, respectievelijk Lector en Onderzoeker op het gebied van Duurzaam Rivierbeheer bij de HAN, blikken terug.
Lees meerHoe gaan we om met de huidge wateroverlastnormen, mede in het licht van klimaatverandering? In de nieuwste STOWA ter Info staat een verhelderend achtegrondverhaal over dit onderzoek. STOWA liet de huidige normering evalueren. Je bekijkt hem als ezine.
Lees meerRobin Biemans, 06 22 96 58 80, biemans@stowa.nl