Skip to main content Skip to main nav

Kennisprogramma DROOGTE! | Afwegingskader gebiedsvreemd water inlaten in natuurgebieden

Droogte is in ons land een steeds groter probleem geworden, met extreem droge (en hete) jaren. Deze droogte leidt tot diverse problemen, waaronder verdroging van de natuurgebieden. Waterschappen en terreinbeheerders komen steeds vaker voor moeilijke keuzes te staan wat betreft de verdeling van het beschikbare water. Eén van deze keuzes gaat over de vraag: is het ten tijde van droogte wel of niet verstandig gebiedsvreemd water in te laten in het natuurgebied? In dit project ontwikkelen we een afwegingskader dat houvast biedt bij het beantwoorden van deze vraag. Het project maakt onderdeel uit van het kennisprogramma DROOGTE! van STOWA.

De vraag is helder, de beantwoording een stuk complexer. Op hoofdlijnen is er wel kennis, maar als we voor een specifiek systeem uitspraken moeten doen, wordt het al snel lastiger. Hoe werkt inlaat van met meststoffen vervuild oppervlaktewater door op de lange termijn? Wanneer leidt droogval echt tot langjarige schade? Op basis van welke informatie kom je tot een besluit? En daarbij gaat het (voor aquatische natuur) niet alleen om concentratie van verschillende parameters, maar ook om secundaire processen, fluxen en verblijftijden.

Bij ernstige watertekorten hanteren waterbeheerders de verdringingsreeks voor de verdeling (prioritering) van het beschikbare zoetwater. In de praktijk richt de verdringingsreeks zich echter met name op de kwantitatieve verdeling van oppervlaktewater. Grondwater maakt geen onderdeel uit van de verdringingsreeks en waterkwaliteit vormt een ondergewaardeerd aspect. Dat terwijl waterkwaliteit voor natuurgebieden cruciaal is.

De bovenstaande complexiteit maakt dat er in de praktijk discussie ontstaat over wat te doen bij aanhoudende droogte. In dit project wordt gewerkt aan het opstellen van een praktisch toepasbaar afwegingskader, dat in de praktijk als hulpmiddel gebruikt kan worden bij het maken van de afweging om wel of geen gebiedsvreemd water in te laten in natuurgebieden. Om het afwegingskader aan te laten sluiten bij de praktijk, worden (potentiële) gebruikers benaderd. De onderzoekers vragen waterschappen en terreinbeheerders wat zij graag terugzien in een voor hun bruikbaar afwegingskader en testen het afwegingskader aan de hand van praktijkvoorbeelden.

Het afwegingskader wordt opgesteld op basis van een uitgebreide literatuurstudie, aangevuld met kennis en ervaring van Witteveen+Bos, onderzoekscentrum B-WARE en deelnemende waterschappen en terreinbeheerders. Naar verwachting zal een eerste versie van het afwegingskader medio 2024 gereed zijn.